Ondanks het steeds groter wordende risico om in de oorlogsgebieden in Oekraïne te verblijven, blijven religieuze gemeenschappen om de mensen te dienen. Kerk in Nood kreeg updates over de situatie in Oekraïne uit het oogpunt van verschillende zusters, broeders, paters, seminaristen, priesters en bisschoppen die nog ter plaatse zijn.
Zusters blijven geestelijke zorg bieden aan de gewonden en hun families:
Magda Kaczmarek, projectverantwoordelijke van Kerk in Nood voor Oekraïne, staat voortdurend in contact met de langetermijnpartners van de organisatie.
Voor de zusters is het geen nieuwe taak. Al lang voor de aanval van de Russische troepen eind februari kwamen veel mensen hun hulp zoeken, waaronder gezinnen die getroffen waren door de oorlog die in 2014 begon. Zij boden geestelijke zorg aan de gewonden en hun families: een missie die toen even belangrijk was als nu. Voor de lokale bevolking zijn de zusters een teken van hoop en begeleiding. Veel buren zeggen: “Wij blijven zolang de zusters blijven. Als zij gaan, gaan wij ook.”
Kerk in Nood heeft geholpen de bouw van dit klooster te financieren en draagt al vele jaren voortdurend bij aan het levensonderhoud van de zusters. Zij danken Kerk in Nood voor de solidariteit en de nabijheid. Naast de materiële hulp heeft Kerk in Nood contemplatieve ordes over de hele wereld opgeroepen om te bidden voor Oekraïne. “Ze voelen dat ze deel uitmaken van de Kerk en dat veel mensen met hen zijn.”
Zuster Natalia, een zuster bij de Grieks-katholieke orde van de Heilige Familie, in Lviv:
“Eindelijk, na enkele zeer moeilijke dagen, heb ik tijd gevonden om een paar woorden te schrijven. Hier hebben we de ontheemden geholpen, schuilbunkers bevoorraad en mensen opgevangen, vooral vrouwen en kinderen. De meesten gaan dan naar het buitenland, maar hier hebben ze de kans om bij ons te rusten. We bidden samen. Dank u voor alles.”
Albertijnen zetten hun dienstverlening aan de bevolking in Zaporizja voort:
In de stad Zaporizja blijven de broeders humanitaire hulp verlenen aan de meest behoeftigen, door hen te helpen met kleding en voedsel. Elke dag staan er lange rijen van mensen voor hun klooster die om hulp vragen. De broeders besteden een deel van hun tijd aan het koken voor deze mensen, om hen iets te eten te kunnen geven.
Pater Roman Laba, een Paulinische priester uit Bowary, een voorstad van de hoofdstad Kiev:
Veel mensen kwamen naar de parochie op zoek naar hulp en onderdak en daarom hebben we noodopvang opgezet in de kelder van ons klooster en in de onvoltooide kloosterkerk. Op dit moment hebben we ongeveer 80 mensen bij ons. “Bid alstublieft voor Oekraïne.”
Aartsbisdom Ivano-Frankivsk en seminaristen geven steun aan vluchtelingen
Het aartsbisdom Ivano-Frankivsk, in het westen van Oekraïne, begon aan het begin van de oorlog ontheemde vrouwen en kinderen op te vangen. De meesten komen uit grote steden als Kiev, Charkov, Zaporizja, Dnipro en Odessa. 160 van hen verblijven in het seminarie. Het jeugdcentrum van Pidlute herbergt er 80. 50 verblijven in het Stanislav Hotel. De Sint-Basiliusschool heeft slaapzalen ingericht voor 100 personen. De ontheemden slapen in de klaslokalen en kregen matrassen, dekens en andere zaken. Zij krijgen drie maaltijden per dag, alsook kleding, hygiënische artikelen en andere benodigdheden. De mensen zijn erg dankbaar. De foto’s die naar Kerk in Nood zijn gestuurd laten zien hoe de ontheemden momenteel leven en hoe de seminaristen en vrijwilligers hen helpen.
Het aartsbisdom zamelt voedsel in bij de parochies: een deel daarvan gaat naar de vluchtelingen in Ivano-Frankivsk en de rest wordt naar het oosten van het land gestuurd. De vluchtelingen hebben ook toegang tot medische zorg in de Sint-Lucaskliniek.
Priester Mateusz van de rooms-katholieke parochie van Sint Antonius in de Oekraïense hoofdstad:
“We zijn herders voor iedereen en elke dag komen er meer mensen. God wandelt echt met ons. Voor zover we erin slagen om het essentiële te doen, zoals boodschappen doen en voedsel regelen, voelen we ons veilig. We zijn met onze broeders en zusters in gebed en bidden voor vrede.”
“We zijn dankbaar voor alle hulp en steun die van over de hele wereld binnenkomt en voor de lieve woorden. We danken iedereen die voor ons bidt en giften stuurt.”
Mgr. Stanislav Szyrokoradiuk van Odessa in Oekraïne:
“De oorlog heeft ons verenigd. Dank u voor uw steun! Voorlopig is de stad Odessa, gelegen aan de kust van de Zwarte Zee in het zuiden van Oekraïne, tenminste gespaard gebleven van het ergste oorlogsgeweld, maar het conflict tekent elk moment van het leven van de mensen”, zegt de plaatselijke katholieke bisschop Stanislav Szyrokoradiuk.
“En natuurlijk ben ik heel dankbaar voor alle steun en solidariteit”, vervolgt de bisschop. “Ik wil vooral Kerk in Nood bedanken. Het was de eerste organisatie die mij vroeg: ‘Wat moeten we doen? Hoe kunnen we helpen?’ Dank u voor deze bereidheid om te helpen.”
Geconfronteerd met deze oorlog wenden de mensen zich tot het gebed. Bidden voor vrede en voor veiligheid, maar ook voor hen die in het conflict zijn omgekomen. “We bidden dagelijks voor vrede. Het is belangrijk voor ons om voor iedereen te bidden, maar vooral voor zij die gestorven zijn. Elke dag vieren we een Mis met een requiem voor allen die gestorven zijn, ook voor de gesneuvelde soldaten en alle oorlogsslachtoffers.”
Bisschop Jan Sobilo van Saporischschja in Oost-Oekraïne:
“Ik ben hier gekomen om de mensen te dienen. Deze verschrikkelijke tijd van oorlog moet zich ook omvormen tot een zegen, zodat goedheid en liefde winnen.” Hij hoopt op hulp van Kerk in Nood: “De organisatie staat altijd achter ons. Als het ergste komt, blijf ons dan alstublieft helpen.”
Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft Kerk in Nood een pakket van één miljoen euro noodhulp goedgekeurd. Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van Kerk in Nood, heeft toegezegd dat dit geld zal worden gebruikt om priesters en religieuzen te helpen die werken in parochies, weeshuizen en bejaardentehuizen, en allen die in het hele land vluchtelingen helpen.