12/04/2022 Leuven – De studenten van het grootseminarie Johannes Paulus II in Kinshasa werken hard om klaar te staan voor een bevolking die niets heeft. Zonder de financiële steun van gulle weldoeners loopt hun opleiding echter voortdurend gevaar onderbroken te worden.
Jean-Claude Barack Abiritseni Fiston werd geboren in een prachtig land met een gematigd klimaat, te midden van de groene bergen rond het Kivumeer, maar waar het gevaar alomtegenwoordig was. In zijn geval kwam het gevaar niet alleen van de Nyiragongo, een actieve vulkaan die boven zijn woonplaats Goma uittorent, maar ook van de moorddadige milities die nog steeds rondwaren in dit deel van de Democratische Republiek Congo, een land dat rijk is aan vele natuurlijke rijkdommen, maar dat gekweld wordt door eindeloze conflicten die tot wijdverbreide armoede hebben geleid.
Ondanks het altijd aanwezige gevaar heeft Jean-Claude goede herinneringen aan zijn jeugd met zijn zus en acht broers. Hun moeder was een kleine onderneemster en hun vader werkte voor het ministerie van Volksgezondheid. “We werden omringd door grote armoede. In vergelijking daarmee, ook al leefden we niet met luxe, leken we heel welgesteld,” herinnert hij zich.
Hij beschrijft met levendige bewoordingen de offers die zijn ouders deden om hun kinderen op te voeden. Jean-Claude wijst erop dat zij allen nog leven, wat alleen maar benadrukt in wat voor wereld zij leven. “Ik noem hen helden; voor wat zij ons gaven en voor de offers die zij brachten, zodat wij in ons gezin genoeg te eten hadden, een opleiding kregen en alles wat wij nodig hadden.”
Een van de geschenken die Melitene en Dorothea aan hun kinderen gaven, was het geloof waarmee zij werden opgevoed. Jean-Claude herinnert zich dat zijn geloof groeide dankzij zijn familie. “Ik ben geboren in een praktiserend katholiek gezin en werd gedoopt toen ik vijf jaar oud was.”
De missionaire priesters die zijn gemeenschap dienden, maakten een blijvende indruk op hem. Zodra hij de kans kreeg, begon hij als misdienaar. Het idee om priester te worden, lag hem nauw aan het hart, ook al botste dat met een andere droom: arts worden.
“Ik had me al ingeschreven aan de universiteit om geneeskunde te studeren toen ik de toelatingsbrief voor het seminarie ontving. Ik wist niet wat ik moest doen. Voor de brief aankwam, leek mijn geest helder, maar toen hij aankwam, veranderde alles en begon ik me af te vragen wat ik moest doen.”
Tussen zijn verlangen om zijn gemeenschap te dienen als arts of als priester, kreeg de laatste optie de overhand. Als priester had hij het gevoel dat hij meer kon betekenen dan medicijnen aan hen die hulp nodig hadden. “Ik wilde klaar staan om Christus te dienen door de Blijde Boodschap en het Evangelie dat vreugde brengt te verkondigen; vooral in een omgeving waar veel mensen lijden en zelfs de meest elementaire levensbehoeften ontbreken. Maar ook hoop. Ik word priester om troost te brengen aan hen die lijden, om de sacramenten toe te dienen en hoop te verkondigen aan hen die alles verloren hebben. Dat is mijn hoofddoel.”
“Wat is het heerlijk om zielen tot bij God te kunnen leiden en de wonderen te verkondigen van Hij die ons geschapen heeft. Het is de beste beslissing die ik ooit heb genomen,” zegt hij.
Na zijn vierde jaar theologie staat Jean-Claude op het punt zijn droom te verwezenlijken en zich voor het altaar te leggen om door de bisschop de handen te laten opleggen om priester te worden. “Ik zal mijn leven offeren in dankbaarheid aan de Heer voor al het goede dat Hij voor mij heeft gedaan, al het goede dat Hij doet voor mijn familie en al het goede dat Hij doet voor ons land.”
Dit is de droom van Jean-Claude en zijn vele metgezellen aan het grootseminarie Johannes Paulus II in Kinshasa. In een land dat in verschrikkelijke armoede is gedompeld en door conflicten wordt geteisterd, is het echter een droom die voortdurend het risico loopt plotseling te worden onderbroken door gebrek aan middelen.
De Kerk en de gelovigen in Congo doen wat zij kunnen om het seminarie overeind te houden, maar giften uit het buitenland, zoals die van Kerk in Nood, zijn van cruciaal belang. “We hebben de hulp van onze weldoeners nodig. Zonder dit geld ondervinden wij ernstige moeilijkheden om elk academiejaar en onze opleiding tot een goed einde te brengen.”
“We zijn onze weldoeners en Kerk in Nood dan ook zeer dankbaar voor wat ze nu al doen en we hopen dat ze ons als toekomstige priesters zullen blijven steunen tot glorie van God,” zegt Jean-Claude, de jongen die niet bang was om ‘ja’ te zeggen toen Jezus hem in de schaduw van Nyiragongo riep om hoop te geven aan zijn volk.
Bekijk hier de video:
Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Mededeling op uw overschrijving: 115-02-79 DR Congo