15/03/2022 Leuven – Richard is opgegroeid in een regio waar katholieken een minderheid vormen. Vijandigheid en onbegrip zijn hem niet vreemd. Als priester hoopt hij harten en geesten te veranderen, te beginnen bij zijn eigen volk.
Het leven was goed toen Alewa Richard Luka een kind was. In dorp waar hij woonde, in de staat Plateau, centraal Nigeria, was er een aangenaam klimaat en de mensen waren hecht en gastvrij.
Maar die vriendschappelijke relaties werden op de proef gesteld toen Richard jaren later aankondigde dat hij naar het seminarie zou gaan. “Sommigen dachten dat ik gek was geworden, anderen dat ik bezeten was, weer anderen dat ik hulp nodig had. Het was alsof het hele dorp tegen me was. Slechts een paar mensen, afgezien van mijn naaste familieleden, moedigden me aan. Wat me het meest stoorde, waren mijn vrienden. Dit zijn mensen die met mij zijn opgegroeid, we waren enkel gescheiden van elkaar wanneer we moesten slapen, maar ze hebben mij laten vallen.”
Zijn nonkels zijn voornamelijk protestants en hoewel ze Richards katholieke familie tolereerden, gruwden ze bij het idee dat hij celibatair priester zou worden. “Mijn komst naar het seminarie leidde ertoe dat sommige van mijn familieleden ons gingen mijden. Ik kan me herinneren dat een van hen tegen mijn vader zei dat als een van ons iets overkwam, we hem niet moesten bellen.”
Als oudste van zes werd van Richard verwacht dat hij zou trouwen en kinderen zou krijgen om de familie uit te breiden en te verzorgen. “Hun grootste zorg als ik deze stap zou zetten, was de mogelijkheid dat ik mijn jongere broers zou beïnvloeden om mij te volgen”, legt hij uit aan Kerk in Nood.
Het resultaat van deze ‘familiebreuk’ was dramatisch. Terwijl Richards vader, die hij liefdevol omschrijft als een vertrouweling en beste vriend, op sterven lag in het ziekenhuis, bleven familieleden hem negeren en tijdens zijn begrafenis voerden ze de druk op.
“Ze namen mij apart en zeiden: ‘Je gaat niet terug naar het seminarie. Je blijft hier bij ons. We gaan een vrouw voor je zoeken. Je vader is dood, dus je moet blijven en voor het gezin zorgen, want je bent het oudste kind’.”
Toen ze beseften dat hij vastbesloten was, lieten ze het onderwerp los, maar slechts voor een tijdje. Toen een andere nonkel stierf, begonnen ze er tijdens zijn begrafenis weer over. De situatie is een bron van leed voor Richard: “Ik hoop en bid dat ze op een dag van gedachten zullen veranderen. Soms heb ik geen zin om naar huis te gaan, en heb ik meer rust in het seminarie, omdat niemand mijn leven probeert te veranderen.”
Het priesterschap is niet het enige waar Richard geesten en harten over hoopt te openen. Er is een algemeen misverstand over het katholicisme onder zijn volk, de Mwaghavul, die meestal naar protestantse of onafhankelijke christelijke kerken gaan. In feite ziet hij dit als een deel van zijn missie wanneer hij tot priester gewijd wordt.
“Ik wil de mensen dienen met alles wat God mij gegeven heeft. Ik wil een spreekbuis van God zijn, vooral voor mijn volk. Als je naar mijn dorp gaat, zul je zien dat ze de katholieke Kerk beledigen. Ze zeggen dat het de Kerk van dronkaards is.”
Dit feit maakte Richard vroeger van streek, maar na wat zoeken, ontdekte hij de reden achter de vijandigheid. Dat leidde hem tot een dieper begrip van Christus en de Kerk, die hij hoopt te delen met zijn gemeenschap.
“Toen ik de geschiedenis van het katholiek geloof doornam, realiseerde ik me dat degenen die de katholieke missionarissen accepteerden, degenen waren die door andere Kerken waren afgewezen. Degenen met twee vrouwen en degenen die alcohol dronken bijvoorbeeld. Een van mijn redenen om deze mensen te willen dienen, is hen te laten weten dat zij een verkeerde indruk hebben van de katholieke Kerk. Het is geen Kerk die gebouwd is op het drinken van alcohol, het is een Kerk die openstaat voor iedereen. Dat gaat terug op Christus, want toen Christus kwam, stierf Hij niet alleen voor de goeden, maar voor iedereen. Dat is de missie van de Kerk.”
Nigeria is een land dat geteisterd wordt door geweld, misdaad, ontvoeringen en interetnisch en interreligieus geweld, dus hij weet dat hij veel werk te doen heeft. Zijn volk hoop geven zal hoog op de lijst staan.
“De mensen zijn erg religieus, maar sommige mensen hebben het idee dat God er niets om geeft, dat Hij niet wil ingrijpen. Het heeft hun spiritualiteit zodanig aangetast, dat ze niet eens meer de noodzaak zien om naar de kerk te gaan, omdat sommigen van hen geloven dat bidden tot God tijdverspilling is. Daarom vallen veel van de christenen terug op het gebruik van traditionele magie.”
Om zijn missie uit te voeren, heeft Richard alleen een kruisbeeld en een lied nodig. “Er is iets met het kruisbeeld dat me echt blij maakt en me dichter bij God brengt. Ik denk: hier is iemand die voor mij gestorven is, hoe kan ik die persoon teleurstellen? Wanneer ik zing, is er die innerlijke vreugde die er voor zorgt dat ik me op God concentreer. Ik weet dat ik de aanwezigheid van de Heer in mijn geest voel als ik zing.”
Doordat de armoede in het land welig tiert, is financiële hulp het enige dat Richard in staat stelt om binnen de muren van het seminarie te blijven zingen. Kerk in Nood blijft de broodnodige hulp bieden voor de levensbehoeften van de seminaristen en het onderhoud van het gebouw. “Ik smeek weldoeners om ons niet beu te worden, maar door te gaan, want als ze dat niet doen bestaat de kans dat er morgen niemand meer in het seminarie is”, zegt Richard.
Bekijk hier de video:
Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Mededeling op uw overschrijving: 141-02-79 Nigeria