Pastoor Mateusz is dag en nacht bij zijn gemeenschap om hen gerust te stellen. De situatie in Kiev wordt steeds nijpender. Een massaal militair konvooi, meer dan 60 kilometer lang, trekt richting de Oekraïense hoofdstad. Terwijl de stad steeds meer onder vuur komt te liggen, schuilen priesters met hun gemeenschappen in bunkers en schuilkelders en bieden hulp.
De getuigenissen die Kerk in Nood bereiken, zijn zeer aangrijpend. Eén daarvan komt van priester Mateusz van de rooms-katholieke parochie van Sint-Antonius in de Oekraïense hoofdstad. In een audioboodschap aan Kerk in Nood meldt hij: “Om veiligheidsredenen kan ik niet veel zeggen over de plaats waar we onderdak hebben gevonden. We zijn hier al met meer dan 30 mensen, waaronder enkele kinderen, en we ervaren elke dag Gods begeleidende aanwezigheid.”
Door de opsluiting, de angst en de andere beperkingen verlopen relaties in veel bunkers en toevluchtsoorden moeizaam, meldt de priester: “Mensen vertellen me dat elders veel woede en wanhoop heerst. Mensen huilen en rouwen veel. Het is een sfeer die besmettelijk is. Bij ons is de sfeer anders. Elke dag bidden we samen en aanbidden we Jezus in het Heilig Sacrament.”
Elke avond brengt priester Mateusz uren door met zijn kleine gemeenschap in Eucharistische aanbidding. Dat geeft hen veel kracht, zegt de priester. “Onlangs zei ik tijdens de avondaanbidding tegen de Heer: ‘Ik ben klaar voor alles en ik dank u voor mijn hele leven.’ Ik dacht aan welke plannen God heeft voor ons, voor deze parochie, voor de gelovigen en voor Oekraïne. Als dat het zaad van hoop en van geloof kan vormen voor andere mensen, dan zijn we gelukkig”.
Eén scène uit de evangeliën is voor priester Mateusz een sleutel geworden: “Toen de Farizeeën bij Jezus kwamen en zeiden dat Hij moest vluchten, omdat Herodes Hem wilde doden, antwoordde Hij: ‘Zeg tegen die vos: Let op, Ik drijf demonen uit en vandaag en morgen genees Ik mensen, en op de derde dag bereik Ik de voltooiing. Maar Ik moet vandaag en morgen en de volgende dag op weg blijven, want het gaat niet aan dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem’” (Lc 13,32-33). Dat sterkte hem in zijn besluit om bij zijn gemeenschap in Kiev te blijven. “Christus is opgestaan en heeft de dood overwonnen. Hij is met ons, wandelt naast ons en is onze hoop.”
De leden van de Sint-Antoniusparochie die op andere plaatsen schuilen, kunnen de Mis momenteel nog online volgen. In zijn homilieën probeert priester Mateusz de mensen moed in te spreken. “We zijn herders voor iedereen en elke dag komen er meer mensen. God wandelt echt met ons mee. Voor zover we erin slagen het hoognodige te doen, boodschappen doen en eten regelen, voelen we ons veilig. We zijn volhardend met onze broeders en zusters in gebed en bidden voor vrede.”
Kerk in Nood heeft regelmatig contact met priester Mateusz en talloze andere projectpartners en vrienden in Oekraïne. De berichten dat mensen over de hele wereld bidden voor vrede en hun solidariteit tonen, bereiken ook de schuilplaatsen zegt priester Mateusz. “We zijn dankbaar voor alle hulp en steun die vanuit de hele wereld binnenkomt en voor de vriendelijke woorden. We danken iedereen die voor ons bidt en giften geeft om de noden in Oekraïne te helpen.”
Ondanks de steeds heviger wordende aanvallen op Kiev is één ding heel belangrijk voor priester Mateusz en zijn kleine gemeenschap in het opvangcentrum voor hulpverleners: “We vertrouwen erop dat de stemmen van de oorlogsslachtoffers, de wezen en de weduwen iedereen in de wereld bereiken; niet om haat in de harten aan te wakkeren of om bitterheid te zaaien. Een christen moet bidden voor zijn vijanden. Daarom moeten wij ons wapenen tegen alle haat en geweld!”
Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft Kerk in Nood een pakket van één miljoen euro noodhulp goedgekeurd. Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van Kerk in Nood, heeft toegezegd dat dit geld zal worden gebruikt om priesters en religieuzen te helpen die werken in parochies, weeshuizen en bejaardentehuizen, en allen die in het hele land vluchtelingen helpen.
Steun hier de inwoners van Oekraïne.