Charkov is momenteel een van de Oekraïense steden die het meest onder vuur liggen. Veel gebouwen en appartementen zijn beschadigd of zelfs vernietigd. In de eerste week van de oorlog trof een raket het huis van de bisschop in het rooms-katholieke bisdom Charkov-Zaporizja. Ondanks de gevaarlijke situatie blijft bisschop Pavlo Honcharuk bij zijn volk. Kerk in Nood heeft noodhulp aan het bisdom verstrekt, zodat het in zijn dagelijkse behoeften – gas, licht, water, brandstof en voedsel – kan voorzien en andere mensen kan helpen. In een telefonisch interview sprak de projectverantwoordelijke voor Oekraïne, Magda Kaczmarek, met bisschop Honchuruk over de dramatische situatie in de stad en de rol van de Kerk.
U bent in Charkov, een stad die internationaal bekend is geworden door het lijden van haar bevolking en die elke dag in het nieuws is. Hoe gaat het met u?
We hebben weer een nacht overleefd. We leven nog en zijn in goede gezondheid. Elke dag komen er mensen die een manier zoeken om uit de stad te evacueren. Wij helpen. Ja, er wordt constant geschoten, maar dat is nu normaal. Alles is aan het schudden en het is erg luid. De ramen rammelen alsof de ruiten op het punt staan eruit te vallen. We zijn eraan gewend geraakt dat het zo luid is. Het voelt zelfs verdacht als het rustig is. Dat is wanneer we niet weten wat er komt. Het is alsof ouders in de woonkamer zijn en hun kinderen in de slaapkamer niet meer kunnen horen; ze worden ongerust. We leven in een heel nieuwe en trieste realiteit.
Hoe gaat het met de mensen in Charkov?
Ze zitten in bunkers en ondergrondse schuilplaatsen. Het is zeer gevaarlijk. Wij bezoeken regelmatig de mensen in het ondergrondse metrostation waar ze leven en slapen op de perrons en in de wagons. We bidden er met anderen, katholiek en orthodox samen.
Wij ontvangen humanitaire hulp, zoals medicijnen, voedsel en luiers, die ons vanuit West-Oekraïne bereikt. Alles komt in kleine busjes of auto’s die tamelijk onopvallend zijn en er gemakkelijker doorkomen. Grote vrachtwagens kunnen niet door de straten en de vrachtwagenchauffeurs zijn te bang om naar Oost-Oekraïne te komen.
Zijn de ziekenhuizen open?
De ziekenhuizen werken. We bezoeken de zieken regelmatig. We hebben maandverbanden kunnen afleveren in het psychiatrisch ziekenhuis, waar de mensen het al enkele dagen zonder sanitaire artikelen moesten stellen. De directeur bedankte ons met tranen in zijn ogen. Dat is nu onze missie. Een gedeeld probleem is een gehalveerd probleem. We organiseren hulp waar we kunnen. Er komen veel hulpgoederen aan uit West-Oekraïne, die via de Poolse grens uit heel Europa komen. Dat is een mooie blijk van solidariteit.
Er is nu een grote exodus. We zien beelden van grote aantallen mensen die de stad verlaten. Wat is de situatie in de stad zelf?
Ik heb het station bezocht waar zich aangrijpende taferelen afspeelden die me diep hebben geraakt. Aangezien mannen tussen 18 en 60 jaar het land niet mogen verlaten, nemen de vaders afscheid van hun vrouw en kinderen, niet wetende wanneer en of ze elkaar ooit nog zullen terugzien. Voor de oorlog werkten veel ouders in West-Europa en lieten hun kinderen bij de grootouders achter. Gisteren kwam een moeder uit Polen haar twee kinderen ophalen. Ze kwam in een bus met hulpgoederen. De grootouders wilden niet met haar meegaan. Het afscheid was pijnlijk.
Ik zie veel trauma bij de mensen, in hun ogen en in hun gezichten. Vooral de kinderen zullen daar later de gevolgen van ondervinden. Er zullen zeker psychische problemen zijn na de oorlog. We zullen veel werk hebben.
Hoe is de pastorale zorg in zo’n kritieke situatie? Kun je überhaupt wel van pastorale zorg spreken?
Niet in de zin zoals wij die kenden, maar mensen willen nog steeds komen biechten. Ofwel komen ze naar hier, ofwel, aangezien we in constant gevaar leven, ontmoeten we hen ergens halverwege tussen de huizen.
Op dit ogenblik is het belangrijk te bidden en te overleven en om de mensen die alleen zijn en niemand anders hebben te helpen. Er is zoveel nood, niet alleen aan materiële zaken, maar ook aan goedheid, aan menselijke warmte, aan een vriendelijk woord, een knuffel of aan een telefoontje. Zo getuigen wij van Gods aanwezigheid, van het feit dat Hij met ons is. Dat is een manier om het Evangelie door te geven. Dat is onze pastorale zorg vandaag. Er zijn zoveel getuigenissen van liefde. Er gebeuren hier echt heel veel mooie dingen.
De situatie in Charkov en op andere plaatsen wordt steeds dramatischer. Terwijl de crisis zich verdiept, steunt Kerk in Nood priesters en religieuzen, zodat zij hun pastorale werk en liefdadigheidswerk kunnen blijven voortzetten. Kerk in Nood verleent ook noodhulp aan de vier Grieks-katholieke exarchaten en de twee Latijnse bisdommen in Oost-Oekraïne, die Charkov, Donetsk, Zaporizja, Odessa en de Krim omvatten. We vragen ook om gebed voor vrede in Oekraïne.